Eigenschap:Definitie (nl)
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Een begrip kan een formele definitie (nederlangstalig) hebben. Deze wordt waar mogelijk overgenomen uit een officiële publicatie. (skos:definition)
Subeigenschap van
:
Formatteerfunctie externe URI
:
Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:
nl
k
een systeem dat water gebruikt om te koelen. +
het uiteinde van een perceel dat aan meerdere zijden wordt omgeven door een oppervlaktewaterlichaam. +
een maat voor het afkoelend vermogen van het te lozen water. +
meest kwetsbaar bodemtype voor bodemdaling. +
het kritische punt van een bemaling, is het punt in een bouwput waar, met de aangelegde bemaling, de kleinste verlaging behaald kan worden. +
een civieltechnische constructie voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen, waarvoor andere materialen dan aarde en zand zijn gebruikt. +
een ondoorlatende, in de regel verticale, constructie voor verlenging van de kwelweg. +
een ondoorlatende, in de regel verticale, constructie voor verlenging van de kwelweg. +
een gebied met een verhoogd risico op schade door zetting (als gevolg van bodemopbouw en bouwwijze) of met een verhoogd risico op verdroging. +
een water dat bijzondere bescherming behoeft en door HDSR als zodanig is aangeduid. +
de bebouwing die gevoelig is voor schade door zetting van de bodem onder andere ten gevolge van verlaging van de grondwaterstand of stijghoogte van dieper gelegen grondwater door een grondwateronttrekking. +
l
een vast laag zomerpeil en hoog winterpeil. +
een insteekhaven met de lange zijde en invaart evenwijdig aan de watergang. +
een openbaar register van de beheerder als bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingswet en/of artikel 78 van de Waterschapswet, inclusief leggerkaart, waarin onderhoudsplicht en de vereiste onderhoudstoestand (profiel) van waterstaatswerken staan aangegeven, alsmede de beschermingszones. +
het profiel van een waterstaatswerk zoals dat is vastgelegd in de profielenlegger. +
delen van een leiding begrensd door wijziging materiaal, wijziging afmeting, locatie inprikpunt of locatie appendages. +
een ligplaats is een formeel door de gemeente als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig. +
het door middel van een werk brengen van water in een oppervlaktewater(lichaam), op of in de bodem of in riolering. +
de regels voor lozen van (afval)water. +
m
de hoogteligging van het grondoppervlak in een gebied, met uitzondering van taluds en bermen of andere (kunstmatige) verhogingen dan wel verlagingen. +
de situatie waarbij het water uit een of meer polders niet meer naar de boezem wordt gepompt, doordat er een of meer poldergemalen zijn stopgezet. +
een buis bestemd voor de doorvoer van kabels en leidingen. +
een apparaat ingericht voor het meten/waarnemen van één of meer fysische, chemische of biologische parameters/grootheden. +
een rapportage met de in beeld gebrachte milieugevolgen van een nog niet vastgesteld (overheids-)besluit. +
een schip dat gebruik maakt van zijn mechanische middelen tot voortbeweging, met uitzondering van een schip waarvan de motor slechts wordt gebruikt ter verbetering van zijn bestuurbaarheid wanneer het wordt gesleept of geduwd. +
n
het voorkomen van schade aan bloesem van fruitbomen in het voorjaar bij nachtvorst, door middel van beregening uit het oppervlaktewater. +
het onder het schouwpeil gelegen oppervlak van de dwarsdoorsnede van een oppervlaktewaterlichaam of (ondersteunend) kunstwerk. +
een waterpeil dat niet wordt gestuurd of met alleen een bovengrens (zonder ondergrens). +
een peilbeheer waarbij eigenlijk geen sprake is van beheer, maar van het vrij laten van het waterpeil. +
onderhoud waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezige flora en fauna. +
een oever die ten behoeve van de ecologisch toestand en (natte) natuurwaarden is ingericht met een ondiepe 'natte' zone die oever- en watervegetatie de kans bieden zich te ontwikkelen. +
de zorg voor een vlotte en veilige afwikkeling van de scheepvaart door onder meer bewegwijzering en handhaving van (vaar)regels. +
een oppervlaktewaterlichaam dat niet aangewezen en begrensd is in bijlage II van de waterschapsverordening. +
een object op of in de dijk dat geen waterkerende functie heeft, zoals leidingen, woningen en bomen. +
o
een voorwerp bij een watergang, niet zijnde een bouwwerk, bijvoorbeeld hekwerk, raster of lantaarnpaal. +
hieronder wordt bijvoorbeeld verstaan: straatmeubilair, lantaarnpalen, kunstuitingen, herdenkingsmonumenten, informatieborden, etc. +
het boven de waterspiegel gelegen oppervlakte van de dwarsdoorsnede van een oppervlaktewater tot aan de insteek. +
het materiaal dat aangebracht is op de grens van water en land, ofwel langs de waterkant, om ofwel de oever tegen afkalving te beschermen, dan wel te voorkomen dat door afkalving van de oever de doorstroming, de waterbeheersing of het vaarwegverkeer belemmerd wordt. +
omgevingsvergunning als bedoeld in afdeling 5.1 van de Omgevingswet. +
als door middel van een werk (bijvoorbeeld een pomp of schuif) een lager peil wordt gehandhaafd dan het in het peilbesluit vastgelegde peil. +
maatregelen om de functionele kwaliteit in stand te houden of te herstellen en dus de levensduur van een (object)onderdeel te realiseren c.q. te verlengen. +
de verticale afstand tussen de ingreepmaat en de onderhoudsmaat. +
de legger bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet, waarin voor delen van een waterstaatswerk een onderhoudsplichtige en een of meerdere onderhoudsplichten worden aangewezen. +