Eigenschap:Definitie (nl)

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Deze datatypespecificatie wordt genegeerd; de specificatie uit de externe vocabulaire krijgt voorrang.
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Een begrip kan een formele definitie (nederlangstalig) hebben. Deze wordt waar mogelijk overgenomen uit een officiële publicatie. (skos:definition)
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


nl

100 pagina’s gebruiken deze eigenschap.
d
een put voor het verzamelen van drainagewater.  +
de in- en/of uitstroomlocatie van de drukdrainage.  +
een deel van het oppervlaktewaterlichaam dat een deel van het jaar niet watervoerend is, maar wel belangrijk kan zijn voor de waterhuishouding.  +
de verticale afstand tussen maaiveld en de (water)bodem.  +
het boven het schouwpeil gelegen deel van het talud tot aan de insteek van de watergang.  +
het hoogteverschil tussen het peil in de sloot (streefpeil) en het aanliggende grondoppervlak (maaiveld).  +
de optimale drooglegging voor een bepaalde combinatie van functie, grondsoort en grondgebruik, geldend bij winterpeil.  +
het aansluiten van onderwaterdrains op een put waarin het peil met behulp van een pomp onafhankelijk van het slootwaterpeil opgezet of verlaagd kan worden.  +
een kokervormige constructie met als doel de wederzijdse verbinding tussen oppervlaktewater te waarborgen, waarbij in principe de bodem van de waterloop, in tegenstelling tot die van de brug, wordt onderbroken.  +
eenkwalificatie van activiteiten en ontwikkelingen, die enerzijds voorzien in de behoefte van de huidige generatie, maar anderzijds niet leiden tot beperkingen voor toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien.  +
een insteekhaven met de lange zijde en invaart dwars op de watergang.  +
een vorm van peilbeheer waarbij het waterpeil wordt gestuurd binnen een van tevoren vastgestelde boven- en ondergrens.  +
een dikke vloeibare stof die wordt gebruikt om leidingen van een relatief kleine diameter over de gehele lengte te vullen, waardoor deze blijvend flexibel en waterdicht is.  +
e
een samenhangend stelsel van kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones dat prioriteit krijgt in het natuur- en landschapsbeleid van de overheid.  +
een vispassage, natuurvriendelijke oever, en elke andere voorziening ten behoeve van de aquatische ecologie.  +
een waterkering waarbij het achterland relatief hoog ligt en waarbij geen bebouwing aanwezig is in het beschermde gebied achter de waterkering.  +
de bovenste draagkrachtige laag waar de fundering op rust.  +
de eerste bodemlaag vanaf het aardoppervlak (vaak opgebouwd uit zand en/of grind), waarin het grondwater zich relatief gemakkelijk kan verplaatsen en die aan de bovenzijde begrensd wordt door een mogelijk slecht doorlatende laag met een vrije waterspiegel en aan de onderzijde begrensd wordt door een ondoorlatende laag.  +
de eigenaar van het perceel of de percelen waarin het waterstaatswerk is gelegen.  +
een advies hoe men een erf duurzaam kan inrichten.  +
het proces waarbij grond, gesteente en dergelijke verplaatst worden door c.q. wegspoelen onder invloed van wind, stromend water of bewegende ijsmassa's.  +
de afdekking van een grondlichaam, bijvoorbeeld gras of steen, ter voorkoming van uitspoeling van grond.  +
de weerstand van een materiaal tegen de eroderende werking van stromend water, regendruppels of wind.  +
f
een voorziening langs een steile oever van een waterweg, waar (te water geraakte) dieren aan land kunnen komen.  +
een oever met een geleidelijk oplopend talud van de watergang naar het land.  +
een vorm van peilbeheer waarbij het waterpeil vrij kan fluctueren binnen een vooraf vastgestelde boven- en ondergrens.  +
het verbeteren van het peilbeheer zonder vast te houden aan starre peilregimes wanneer dit niet nodig is.  +
het water in de verzadigde zone van de bovenste bodemlaag (deklaag) met een vrije grondwaterspiegel. Dit grondwater staat rechtstreeks in verbinding met de atmosferische luchtdruk.  +
in de omgevingsvisies die gemeenten en provincie opstellen voor hun gebied worden functies toegekend zoals landbouw, natuur, of bebouwd gebied (stedelijk).  +
een uitgegraven gedeelte in een niet draagkrachtige grondlaag, voor de aanleg van een fundering.  +
de kwaliteit van het water uitgedrukt in fysische en chemische eigenschappen.  +
g
een collectief van agrarische grondeigenaren, dat gezamenlijk in een gebied afspraken maakt over het beheer van natuur, landschap en water en dat beheer ook samen uitvoert.  +
een plan op hoofdlijnen voor de waterhuishouding van een gebied.  +
water dat van elders in een (peil)gebied wordt ingelaten. Dit water heeft meestal een waterkwaliteit die niet van nature voorkomt in dit (peil)gebied.  +
een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.  +
een persoon die gebruik maakt van een perceel grond, bijvoorbeeld een eigenaar of een beperkt zakelijk gerechtigde (bijvoorbeeld een recht van opstal of recht van overpad) of een initiatiefnemer.  +
een inrichting voor het verpompen van oppervlaktewater in en/of uit een bepaald gebied (ten behoeve van het regelen van de waterstand in respectievelijk wateroverschot- en watertekort situaties).  +
het onder het schouwpeil gelegen grondvlak van een rivier, kanaal, meer, haven etc. met een genormeerde hoogteligging.  +
grond die in het verleden is bewerkt of omgewoeld, of waarbij grondverbetering of grondophogingen zijn uitgevoerd, waardoor de stabiliteit is afgenomen en zich zettingen kunnen voordoen.  +
een systeem dat warmte uit oppervlaktewater haalt door middel van een warmtewisselaar die in direct contact met het oppervlaktewater is geplaatst.  +
de periode van 1 oktober tot 1 april.  +
een sleufloze boortechniek voor de aanleg van ondergrondse infrastructuur.  +
het zorgen voor het goed blijven functioneren van een waterstaatswerk.  +
werkzaamheden die de functie van het natte profiel van de watergang in stand houden, zoals het verwijderen van voorwerpen, materialen en stoffen die de aan-, afvoer of berging hinderen, en het schonen, maaien en verwijderen van begroeiingen anders dan die dienen voor de verdediging van de taluds.  +
werkzaamheden die de functie van de waterkering in stand houden, zoals het bestrijden van schadelijk wild, herstel van geringe beschadigingen, het in stand houden van begroeiingen en materialen dienstig aan de waterkering en het verwijderen van begroeiingen en materialen die schadelijk zijn voor de instandhouding van de waterkering.  +
een natuurlijk of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het gewoon onderhoud van waterkeringen, wateren, oevers, werken of bergingsvoorzieningen voor water of regenwater.  +
een op zichzelf staande watergang die niet is verbonden met het oppervlaktewatersysteem.  +
een korte drukstoot op het talud die ontstaat doordat de watermassa van een brekende golf het talud met grote snelheid treft.  +
de grootste hoogte boven het dan optredende gemiddeld peil, bereikt door een tegen een talud oplopende golftong.  +
het verschijnsel waarbij water over de kruin van de dijk het achterland in loopt waarbij de waterstand lager is dan de kruin, maar het water opgezwiept wordt door golven ten gevolge van wind of scheepvaart.  +
het slaan of botsen van de golven tegen iets, bijvoorbeeld het schip of de wal.  +
een geboord gat in de grond met als doel het in kaart brengen van de grondopbouw.  +
een paal waarbij tijdens de plaatsing niet of nauwelijks grond naar het oppervlak wordt getransporteerd en er dus geen holle ruimte rondom de palen ontstaat.  +
water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met de bodem of ondergrond staat.  +
een natuurgebied dat door het waterschap als grondwatergevoelig is aangemerkt.  +
een afzonderlijke grondwatermassa in een of meer watervoerende lagen.  +
het onttrekken van grondwater uit de bodem.  +
het verwijderen van verontreinigende componenten uit een grondwatersysteem door middel van onttrekking (en zuivering) van verontreinigd grondwater.  +
de diepte van het grondwater onder maaiveld.  +
h
alle activiteiten die van invloed kunnen zijn op watersystemen of die worden uitgevoerd op, in, boven, onder of nabij waterstaatswerken.  +
een ondoorlatende, in de regel verticale, constructie ter verhoging van de verticale uittredegradiënt verhoogd, om te voorkomen dat zandkorrels uitstromen.  +
een filter dat met behulp van waterplanten (afval)water zuivert.  +
een kokervormige constructie met een verhoogd middengedeelte dat twee wederzijds gelegen wateren met elkaar verbindt.  +
een lid van het algemeen bestuur van een waterschap.  +
een lid van het dagelijks bestuur van een hoogheemraadschap.  +
een gebied rond bebouwing waarvan in het peilbesluit is aangegeven dat ten behoeve van de bescherming van de fundering het oppervlaktewaterpeil op een hoger peil wordt gehouden dan het omringende gebied.  +
houtachtige overblijvende gewassen zoals struiken heggen en bomen.  +
de kleinste homogene (geometrische) eenheid van het oppervlaktewatersysteem.  +
i
het begin- en eindpunt van een ondergrondse gestuurde boring, waar deze (weer) aan het aardoppervlak zichtbaar is.  +
een methode om kabels door een mantelbuis te voeren.  +
goederen die geen bodembedreigende stoffen, gevaarlijke stoffen of CMR-stoffen zijn of bevatten.  +
het met behulp van drainagebuizen kunstmatig ontwateren van de bodem, of het brengen van oppervlaktewater in de bodem. De drainagebuizen liggen onderwater. In de winterperiode draineren de drainagebuizen en in de zomerperiode brengen de drainagebuizen oppervlaktewater in de bodem.  +
het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater.  +
het open data portaal van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden  +
de belasting die het waterschap oplegt aan de bewoner van een woonruimte.  +
een hoogtemaat gelijk aan de hoogte van het schouwpeil minus de waterdiepte.  +
degene die een handeling gaat of laat uitvoeren, zoals genoemd in de uitvoeringsregels van de Keur.  +
een trapsgewijze afgraving die nodig is om een aan te brengen grondlichaam goed te laten hechten aan een bestaand grondlichaam.  +
een duiker met een afsluitklep voor het binnenlaten van hoger gelegen water in een lager gelegen gebied.  +
een duiker met een afsluitklep voor het binnenlaten van hoger gelegen water in een lager gelegen gebied.  +
het laten instromen van water in een gebied. De bedoeling is meestal om de waterstand in een gebied op peil te houden, de waterkwaliteit te verbeteren of de waterstand aan te passen aan gewenste productieomstandigheden.  +
een constructie toeganggevend tot het rioolstelsel.  +
de snijlijn van het talud van een oppervlaktewaterlichaam met het maaiveld.  +
een plaatselijke verbreding van een watergang die de doorgaande oeverlijn onderbreekt, aangelegd ten behoeve van het afmeren van een vaartuig.  +
het gebied dat tussen de insteek en de waterlijn van een watergang ligt.  +
een grondwaterbemaling in of direct naast een verontreinigingsvlek om verplaatsing van de vlek, ten gevolgen van een andere bemaling, tegen te gaan.  +
het met opzet onder water zetten van land.  +
een maat voor de belasting van het afvalwater met organische bestanddelen die een inwoner gemiddeld per dag produceert.  +
k
een vispassage uitgevoerd als een metalen bak met tussenschotten en openingen, kamers, waar de vissen doorheen kunnen zwemmen.  +
een door een overheid aangewezen route voor kanovaren.  +
een steiger die bedoeld is om een of meerdere kano’s aan te meren.  +
een methode van bescherming tegen elektrochemische corrosie van metalen.  +
een muur die door vorm, gewicht en fundering zonder verankering de grond keert.  +
een verankerde, op zichzelf staande wand die tot doel heeft water of grond te keren.  +
lijnvormige elementen waarmee bepaalde kniklijnen of referentielijnen van het dijklichaam worden vastgelegd.  +
de hoogte die een kunstwerk of waterkering moet hebben. Deze hoogte is bepaald door de eis ten aanzien van overlopen en golfoverslag.  +
het centrale gedeelte van een watergang dat als zodanig in de legger is aangegeven, gemeten van insteek tot insteek.  +
een voormalige verordening van een waterschap of hoogheemraadschap, waarin een stelsel van verbods- en gebodsbepalingen is opgenomen ter bescherming en instandhouding van de waterhuishouding en waterstaatswerken.  +
een grond- en/of waterkerende constructie bestaande uit twee gekoppelde damwanden, waartussen zich grond of een andere vulmassa (meestal granulair materiaal) bevindt.  +
een put die is ontstaan bij het winnen van klei en gevuld is met water.  +